Berk kan weer voetballen

“Het gebeurde anderhalf jaar geleden. Ik was aan het trainen en het ging supergoed. Bij een schijnbeweging verzwikte ik plotseling mijn linkerenkel. Dat deed zo’n pijn dat ik een hele tijd op de grond ben blijven liggen. Daarna speelde ik gewoon weer mee, mijn enkel was niet eens dik. Maar later kreeg ik toch ontzettend veel last van die enkel, vooral tijdens het voetballen. Stiekem wist ik toen wel dat het he-le-maal niet goed zat.”

Berk Yelmer (17) speelt al vanaf zijn 6e jaar bij zijn plaatselijke voetbalclub FC Eindhoven AV. Maar na zijn enkelblessure dacht de talentvolle middenvelder dat hij zijn kicksen wel aan de wilgen kon hangen. Dat hij nu weer het veld op kan, heeft hij te danken aan een bijzondere, innovatieve orthopedische behandeling, die hij begin dit jaar onderging op de afdeling Orthopedie in Amsterdam UMC, locatie AMC.

“Stiekem wist ik toen wel dat het he-le-maal niet goed zat.”

- Berk Yelmer

Sinds kort is deze afdeling officieel erkend als expertisecentrum voor osteochondraaldefecten in de enkel. Bij zo’n defect zit er een wondje, scheurtje of breukje in het sprongbeen, het botje dat het been verbindt met de voet. Het kan lang onopgemerkt blijven, maar wel een snerpende pijn teweeg brengen. Exact wat Berk overkwam. “Uiteindelijk ben ik naar het ziekenhuis in Geldrop gegaan”, vertelt hij. “Uit de CT-scan bleek dat het er heel slecht uitzag. Einde oefening, zei de orthopeed zelfs. Toen moest ik wel even op mijn tanden bijten, ja.”

“Ik dacht dat ik misschien nooit meer zou kunnen voetballen en nu kan ik het toch.”

- Berk Yelmer

Toch gloorde er een sprankje hoop. Berks orthopeed verwees hem naar het expertisecentrum, waar hij in januari dit jaar werd geopereerd door Gino Kerkhoffs, hoogleraar Orthopedie. “Professor Kerkhoffs kon mij geen garantie geven dat het weer goed zou komen, maar toch keek ik naar die operatie uit”, zegt Berk. “Ik wilde snel revalideren en weer voetballen.”

Tijdens de operatie werd een stuk uit Berks bekkenkambot gehaald en vervolgens getransplanteerd in zijn enkel. Daarna ging zijn been in het gips. “Na drie maanden bleek het bekkenkambot goed aan mijn sprongbeen te zijn vastgegroeid. Toen kon ik weer voorzichtig leren lopen.”


Orthopedisch chirurg Sjoerd Stufkens van het expertisecentrum weet wat mensen met een osteochondraaldefect doormaken. “Die constante pijn bij belasten beperkt je leven”, zegt hij. “Gelukkig is het een zeldzame aandoening, die we regelmatig met goed resultaat kunnen behandelen. Dat komt doordat we het te transplanteren bot bij iedere patiënt precies op maat maken. Juist dat maatwerk is de kracht van deze behandeling”, aldus Stufkens.

En Berk? Die speelt nu in JO19-1, wat vroeger de A1 was. Zijn enkel voelt beter dan ooit. “Ik dacht dat ik misschien nooit meer zou kunnen voetballen en nu kan ik het toch”, zegt hij opgelucht. “Ik ben het team van het expertisecentrum heel erg dankbaar.”